Menu

Fiscale maatregelen coalitieakkoord Rutte IV

Op 15 december 2021 is het coalitieakkoord “Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst“ gepresenteerd. Voor de komende jaren zijn forse fiscale ingrepen opgenomen. We geven een overzicht van de belangrijkste maatregelen voor het MKB.

Inkomstenbelasting

  • Het wetsvoorstel excessief lenen voor DGA’s wordt aangepast, waarbij de grens wordt verhoogd van € 500.000 naar € 700.000.
  • De zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2023 met stappen van € 650 (inclusief basispad, laatste twee jaar in stappen van € 605) verder teruggebracht tot € 1.200 in 2030. Zelfstandigen worden gedurende de kabinetsperiode meer dan gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting.
  • Per 2025 wordt er een nieuw Box 3-stelsel op basis van reëel rendement ingevoerd, waarbij inkomsten uit vermogen worden belast op basis van werkelijk rendement. Vooruitlopend daarop wordt per 2023 de leegwaarderatio afgeschaft, waardoor de belasting van het rendement op verhuurd vastgoed in Box 3 meer zal gaan aansluiten bij de praktijk. Dit draagt bij aan meer balans in het huidige fiscale regime voor particulieren en beleggers die woningen voor de verhuur financieren in Box 3. De opbrengst hiervan, samen met een extra budget van 200 miljoen euro, wordt gebruikt om de vrijstelling in Box 3 te verhogen naar ca. € 80.000. In het nieuwe Box 3-stelsel wordt sparen en beleggen direct op reëel rendement belast; de waardeontwikkeling van vastgoed zal aanvankelijk echter nog forfaitair worden belast, waarbij zo snel als mogelijk de overstap wordt gemaakt naar werkelijk rendement.
  • De middelingsregeling voor sterk wisselende inkomens wordt per 2023 afgeschaft.
  • Vanaf 1 januari 2024 wordt de onbelaste reiskostenvergoeding verhoogd.
  • Het is de ambitie om de toeslagen af te schaffen. Er komt een fundamentele herziening van de kinderopvangtoeslag. In stappen gaat de vergoeding van de kinderopvang naar 95% voor werkende ouders. De toeslag wordt direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen zodat ouders niet meer worden geconfronteerd met hoge terugvorderingen. Ouders betalen alleen nog een kleine eigen bijdrage. Ook de huurtoeslag wordt hervormd en vereenvoudigd.
  • Het budget van de Energie-investeringsaftrek wordt per 1 januari 2023 met € 50 miljoen structureel verhoogd.
  • Het budget van de Milieu-investeringsaftrek wordt per 1 januari 2025 met € 30 miljoen structureel verhoogd.

 

Overdrachtsbelasting

  • De overdrachtsbelasting voor niet-woningen én op verkrijgingen van woningen door rechtspersonen en particulieren die niet zelf langdurig in de woningen gaan wonen wordt verhoogd van 8% naar 9%. Deze maatregel zorgt ervoor dat er meer ruimte ontstaat voor niet-beleggers. Deze maatregel wordt ingevoerd per 2023.

 

Schenk- en erfbelasting

  • De verruimde schenkingsvrijstelling eigen woning wordt per 2024 geschrapt.
  • BOR: De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de erf- en schenkbelasting en de inkomstenbelasting zijn belangrijk voor de continuïteit van bedrijven, met name van familiebedrijven, omdat voor veel van hen deze faciliteiten essentieel zijn voor het voortbestaan van de onderneming. In deze kabinetsperiode wordt in samenhang met de evaluatie van de BOR die in 2022 wordt afgerond, onderzocht hoe de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kunnen worden verbeterd en oneigenlijk gebruik van de regeling kan worden tegengegaan, zodat de regeling wordt gebruikt waarvoor deze bedoeld is.

 

Accijnzen

  • Aanscherpen verbruiksbelasting niet-alcoholische dranken exclusief mineraalwater. Om te voorkomen dat over bier minder accijns moet worden betaald dan over frisdrank wordt het minimumtarief van bier ook verhoogd.
  • De tabaksaccijns wordt verhoogd naar ca. 10 euro per pakje. Dit gebeurt in 2 opvolgende stappen, zoals voorgesteld in het preventieakkoord.
  • Onderzocht wordt hoe op termijn een suikerbelasting kan worden ingevoerd en de BTW op groente en fruit naar 0% kan worden verlaagd.

 

Kilometerheffing en bpm

  • In 2030 wordt een MRB Plus (kilometerbeprijzing) ingevoerd met een vlak kilometertarief voor alle personen- en bestelauto’s. Er zijn hiervoor benodigde aanloopkosten bij het Ministerie van Financiën die nog in beeld worden gebracht en later zullen worden toegevoegd. De uitvoeringskosten na invoering die nodig zijn om deze maatregel uit te voeren, zullen meegenomen worden in de tariefstelling van de MRB plus. De MRB Plus wordt verder budgetneutraal ingevoerd. Dit betekent dat belastingderving (minder accijnsinkomsten en minder bpm, voor een klein deel gecompenseerd door meer inkomsten uit energiebelasting en mrb-inkomsten) terugkomt in de tarieven van de MRB Plus vanaf het moment van invoering. De derving door grondslagerosie door de groei van het aantal EV’s (personen- en bestelauto’s) wordt opgevangen vanaf 2030 binnen de MRB Plus. Het belastingniveau dat wordt aangehouden als referentie voor het opvangen van de grondslagerosie is het voor EV-stimulering gecorrigeerde belastingniveau in 2025, het jaar waarin de EVstimulering van het Klimaatakkoord grotendeels afloopt.
  • In de bpm geldt momenteel een vrijstelling voor bestelauto’s van ondernemers. Deze vrijstelling wordt per 1 januari 2024 in drie stappen naar nul afgebouwd in 2026. Hierna is het reguliere bpm-tarief voor bestelauto’s ook van toepassing voor ondernemers. De vrijstelling in de bpm voor emissievrije bestelauto’s blijft wel bestaan

Tip: Wilt u het hele coalitieakkoord lezen? U vindt het hier.

window.dataLayer = window.dataLayer || []; function gtag(){dataLayer.push(arguments);} gtag('js', new Date()); gtag('config', 'UA-53514061-1');